maandag 4 januari 2016

De brozem

Om geen gedonder te krijgen, le vrai artiste : " Geschreven door journalist Wim Van Geffen , in een krant uit 1961"



Hij staat op de hoek van de straat en wacht op een wonder dat nimmer komt. Zijn handen met stompe vuile nagels omklemmen de handvaten van zijn brommer. De rechter met twee geelberookte schroeft de gasmanet open en dicht. De opengepulkte uitlaat rijt de avondstilte uiteen en brult het decibel-epos van zijn baas , de brozem

Uit zijn handvatten slieren gekleurde linten. Aan de achterop gemonteerde nutteloze antenne bungelt een vossenstaart, misplaatst symbool van ridderlijkheid in het verkeer. In zijn bleke gezicht staan bot de ogen lui en troebel als de sloot naast een chemische fabriek.

Om zijn bicepsloze armen , smalle schouders en kippenborst zit het branievest gesnoerd, wapenuitrusting voor een maag vol frieten en bier. Zijn schedel gewelf, holle coctailshaker voor zijn schamele gedachten, is gedekt door en plastieken helm , streep in de midden en stickers uit het schietkraam aan beide zijden. Zijn dunne rock en roll-benen zijn gehuld in het foedraal van een pantalon. Die in diameter wedijvert met de chromen knalpijp van zijn brommer.

Af en toe laat hij zijn reutelend vehikel steigeren, in een lawaaipoging tot het kweken van jaloezie bij de verzamelde medebrozems en tot ontzag bij de, in de klit opgenomen zwartgekouste buurmeisjes. Hij bekijkt een bel , alsof het een technisch meesterstuk is , beloert zijn bougie alsof deze zich straks zal ontpoppen als maanraket en hanteert een uiterst beperkt idioom over bromfietsmerken, het opfokken van afgestelde motortjes, knaldempers en fantasiesnelheden.

Maar meestal zijn woorden te tellen en laat hij zijn blik zwijgend verwijlen in een verte. Veel verder dan de volgende straat hoek komt hij echter nooit. Zijn ondernemingslust is uitgeput in een knetterend blokje om. Hij rijd wel een halve liter brandstof op per week.

Bij de eerste regenbui of koude windvlaag is hij in huis verdwenen e staat zijn “super ultrasport” tussen de paraplustandaard en de schillenbak.

Daar stuift hij huilend en knerpend weg over het asfalt. Plat en met dichtgeknepen ogen voorover liggend op zijn tankje, ver naar achter geschoven op zijn buddyseat. Hij rijd de adembenemende snelheid van zeker 36,25 km per uur !


Geen opmerkingen:

Een reactie posten